vrijdag 7 november 2008

Tram 2 of 7


Wat ook helpt als je een gerespecteerd schrijver wil worden is een ongelukkige jeugd. Nog beter evenwel is als je die jeugd hebt doorgebracht als lid van een achtergestelde minderheid.

Als een jonge, met een prijs bekroonde Marokkaanse schrijfster spreekt, dan zwijgen mensen respectvol en trekken ze het gezicht in een ernstige plooi. Want niet alleen de schrijfster spreekt, maar ook een beetje de achtergestelde groep in kwestie. En dus laten mensen zich graag van hun meest ruimhartige en weldenkende kant zien.

Rachida Lamrabet nam tijdens de opening van de Boekenbeurs de Debuutprijs in ontvangst. Goed voor haar, natuurlijk. Way to go, Rachida. In haar dankspeech wil ze echter ook haar toehoorders de oren wassen. Fijn dat zij als schrijfster uit een achtergestelde minderheid in de prijzen valt, maar heeft het publiek er al eens over nagedacht hoe het komt dat er wel bijzonder weinig leden van die achtergestelde minderheid de Boekenbeurs bezoeken?

We nemen aan dat de bezoekers van de Beurs zich toen enigszins aangesproken voelden. Tja, zij konden hier goed schuimwijn drinken en borrelhapjes nuttigen, maar de jonge Turken en Marokanen die lazen nooit eens een boek! Wat erg. Na zich lang genoeg schuldig en dus een goed mens gevoeld te hebben ging het feestje verder, hopen we. Jonge Turken en Marokkanen worden er niet noodzakelijk beter van als andere mensen zich op een receptie schuldig voelen.

Wat ons intrigeert is de volgende passage uit Rachida's speech. "Ik kom uit een wijk niet ver hiervandaan, met tram 2 of 7 sta je in nog geen kwartier voor de deur van de Boekenbeurs", (De Standaard, 07.11.08).

Dat klinkt héél erg authentiek. Ik, de schrijfster, ben mijn roots niet vergeten. Ik sta nog met één been in de wijk waar ik opgroeide. Ik neem als het ware nog elke dag de tram, van en naar die wijk.

En daar wringt het een beetje. Met de beste wil van de wereld klopt het parcours niet dat ze ons voorhoudt. Tram 7 komt in de verste verte niet aan de Boekenbeurs. Tram 7 rijdt van Mortsel naar het Tolhuis (prentje). Wie ons niet wil geloven, zoekt het op.

En op zo'n moment denken wij: Rachida, daar gaat je authenticiteit. Niemand verwacht dat je als schrijfster tramlijnen uit je hoofd kent. Niemand verwacht dat je blijft achterom kijken, naar je jonge jaren in een achtergestelde wijk. Van ons moet niets. Maar als je jezelf presenteert als spreekbuis van een groep, als meisje uit de achterstandswijk, zorg dan minstens dat alles klopt. Als je anderen je geworteldheid wil voorhouden om ze een geweten te schoppen, zorg dan minstens dat de elementaire feiten correct zijn.

Tram 7 rijdt niet door de achtergestelde wijk waarvoor jij meent te moeten spreken. Tram 7 komt niet aan de Boekenbeurs.

Geen opmerkingen: