zaterdag 13 december 2008

Arme Rietveld


De Nederlandse modernistische architect Gerrit Rietveld -inderdaad: die van de stoelen- ontwierp ook een sociaal woningbouwproject: de Robijnhof in Utrecht. In Trouw hebben ze er een stukje over.

Rietveld had, zo zijn architecten, natuurlijk het beste voor met de verwachte bewoners. Die zouden tot mensen met smaak worden heropgevoed. Daarom mochten ze bijvoorbeeld geen was te drogen hangen op het balkon. Dat zou maar tot "tegenspraak in visuele effecten" leiden. En omdat, zo zijn mensen, de bewoners dat natuurlijk zouden doorbreken door allemaal verschillende gordijnen op te hangen, kwamen er gekleurde panelen achter draadglas in de onderste kozijnrand en speciaal bobbeltjesglas in de bovenlichten. En een drooghok om het wasgoed aan het oog te onttrekken.

Mooi hoe het interview met twee bewoners van het eerste uur, het echtpaar Soesbergen, de geschiedenis van de na-oorlogse sociale woningbouw illustreert. Toen de Soesbergens in de Robijnhof introkken ervaarden ze dat als een flinke stap vooruit: „Wat voor ons telde, was dat de woning zo ruim was”, vertelt Elisabeth Soesbergen. „Met een douche”, vult haar man Paul aan. Tot die tijd moesten ze zich behelpen met een teiltje in de keuken en sliepen hun drie kinderen op één klein kamertje.

Maar in de loop der jaren ging de buurt er op achteruit. Er kwamen andere mensen wonen, buitenlanders. De was hing te drogen op het balkon, overal verschenen de schotelantennes. In de jaren tachtig werden de flats een eerste keer gerenoveerd. Maar ja, wie geeft er om sociale woningbouw? Dus werden de door Rietveld aangebrachte gevelkleuren en raamprofielen gesloopt. Wat moet je ook met die ouwe rommel?

Vandaag is er geld om wijken als die van de Robijnhof klaar te maken voor een gedroomde nieuwe bevolkingsgroep. Meerverdieners, die de buurt uit het slop moeten helpen trekken. Die meerverdieners vinden wonen in een Echt Rietveldappartement wel wat. En dus wordt de Robijnhof gerenoveerd en terug in de oorspronkelijke staat gebracht. De flats worden verbouwd tot studios, voor hoogopgeleide alleenstaanden of jonge gezinnen. Wat voor de Soesbergens nog luxe leek, heet nu een beetje krap. En in het vernieuwde gebouw wordt ook één flat in de oorspronkelijke staat hersteld, als museumwoning. Het oude keukenblok van de Soesbergens staat daar nu te pronken.

Het mooiste is evenwel de reactie van een lezer -ervaringsdeskundige- op het bericht. Blijkbaar is er al een eerdere poging geweest om zo'n Rietveld-museumwoning in te richten, laat ene Kluit, uit Utrecht, weten, maar dat liep slecht af:

Wat spijtig dat circa drie jaar geleden de bewoners van de vorige modelwoning op de achtste verdieping bij een echtelijke ruzie al die oude stoelen over de reling hebben gegooid. Ik hoor die vrouw Gesie nog zeggen, nadat de ruzie met man Arie Kraai (een stramme zeventiger die vroeger voor het gas liep met kwitanties) was bijgelegd: "geeft niet, Arie, die rommel is zo verrekte oud, we halen gewoon een paar nieuwe rieten stoelen bij de kringloop. Ik hoop alleen dat die wormen zich niet bezeerd hebben toen de stoelen te pletter vielen op de stenen." Daarmee werd een museumwaarde van ongeveer 180.000 euro in een klap vernietigd.

Arme Rietveld.

(Het prentje: het Robijnhof in 1961. Zoals Rietveld het vermoedelijk nog het liefst zag. Ordelijk, netjes, geen tegenspraak in visuele effecten. Beetje doods, toch.)

Geen opmerkingen: