dinsdag 2 december 2008

Hondengebarentaal


Zullen we onze soort eens in de bloemetjes zetten? Als je de krant leest krijg je niet zo meteen de indruk dat wij mensen, om het enigszins modieus te formuleren, goed bezig zijn. Oorlog, geweld, milieuvervuiling: het ene artikel stemt je nog somberder dan het andere.

Daarom: tegengas. Haal even een feestelijk drankje. Roep er een medemens bij. Geef elkaar een hand of een schouderklopje, want: wij zijn redelijk uitzonderlijk als soort. Met name dan in de mate waarin we ons bij momenten onbaatzuchtig inspannen om het leven van andere soorten aangenamer te maken.

Zo is er Zoë, de Dalmatiër (zie prentje). Die zit in het asiel en is doof. Omdat de mensen van het asiel vrezen dat een dove hond niet van de straat geraakt, hebben ze Zoë gebarentaal leren begrijpen. Zoë reageert inmiddels, leert het bericht, op zeven verschillende handgebaren, die dingen als zit, daar blijven, liggen, moeten uitbeelden. Goed van Zoë, maar nog beter van ons als soort.

En er is ook nog Johnny, de Border Collie. Ook potdoof, ook in het asiel. Kent inmiddels, dankzij vriendelijke mensen, de betekenis van zes handgebaren (zie bericht). En Blue, een Merle Collie, heeft zelfs al nieuwe baasjes gevonden. Ongetwijfeld ook omdat hij, zijnde doof, getraind werd zeven handgebaren te begrijpen (bericht), waaronder een opgeheven duim die good boy betekent.

Dat hebben we toch maar mooi gedaan. Fijne soort zijn wij. Leuk dat we erbij horen. U ook trouwens.

Geen opmerkingen: