Wie dezer dagen een beetje voetbalmoe dreigt te worden: ook Louis Couperus (prentje) beklaagde zich wel eens dat er in zijn tijd meer over voetballers werd geschreven, dan -bijvoorbeeld- over literatoren:
Wie dat dan zijn, over wie zoo veel geschreven wordt en van wie ik heftig jaloersch ben? Wel, ik beken het u eerlijk, in de hoop, dat uwe sympathie o lezer, mij troosten zal! Ik, auteur, ben jaloersch van iederen voetbalspeler, van elken goeden voetbalspeler, maar ook van iederen minderwaardige, ja van iederen slechte. Nu is het gezegd, nu is het niet langer in de bitterheid van dit te kort gedane gemoed verzwegen; nu kan ik er over uitweiden. O jaren reeds heb ik in stilte geleden, dat er zóo weinig over mij geschreven werd in de dagbladen; nu is de maat overvol; ik kòn mijn leed niet meer in mij houden, het verstikte mij, het griefde mij en nu, ik beken het u, nu schud ik, razend van ijverzuchtige woede, mijne gebalde vuisten en snik en hik: ware ik slechts een voetbalspeler, ware ik slechts bij Feyenoord, bij Go-Ahead, bij RCH, bij ADO of VUC, of ware ik slechts bij Quick.
Meer over Couperus en de sport -op latere leeftijd bekeerde de auteur zich zowaar tot gymnastiek, worstelen en boksen- op de website van het Louis Couperus Genootschap.
2 opmerkingen:
"knotszwaaien en balstooten" noemden ze het blijkbaar destijds. nou!
Daar staan vandaag strenge straffen op.
Een reactie posten