maandag 19 december 2011

Lou de Palingboer



Wat je ook vaak hoort is dat het geloven in wierdo's iets is van economisch onzekere tijden. Als het crisis is, gaat de redenering, dan zoeken mensen houvast en zijn ze bereid goeroes en andere godsdienstige dwazen te volgen.

Was het maar zo eenvoudig. Mensen zijn, vrezen we, altijd bereid om wierdo's te geloven. Welk soort weer de economische barometer ook voorspelt. In de jaren 1960, toen je werkelijk hard moest zoeken om een werkloze te vinden, toen de levensstandaard van zo ongeveer iedereen er op vooruitging, ja ook toen volgden mensen goeroes en godsdienstige dwazen. Eén van de meer interessante was Lou de Palingboer, voor de burgerlijke stand Lou Voorthuijzen, die op de markt stond met, inderdaad, palingen. Lou had naar eigen zeggen een mystieke ervaring gehad en wel op het strand van de Zuiderzee. Daar zag Lou een ster, terwijl hij de woorden "Zie het teken van de Zoon des Mensen" hoorde. Vervolgens was Lou over een poel van drijfzand gelopen, zonder er in weg te zakken. Het was wel duidelijk: Lou was God. En Lou vond mensen genoeg die dat geloofden. Een miljonair schonk hem een villa. Vrouwelijke geloofsgenoten schonken hem hun lichaam.

Omdat Lou God was, kon hij ook niet sterven. Toen dat in 1968 toch gebeurde, poogden zijn volgelingen hem weer tot leven te brengen door op hem te gaan liggen om hem zodoende warm te houden en urenlang "Lou kom terug!" te roepen. Na enkele dagen werd hij alsnog begraven.

De cultus rond Lou ging door, minstens tot 2005, toen Lou's echtgenote stierf. Die had overigens een sluitende verklaring voor het feit dat Lou, ondanks zijn goddelijke status, toch was gestorven: dat was de schuld van de zondigheid van sommige afvallige volgelingen. De trouwe aanhangers bleven er overigens rekening mee houden dat de onsterfelijk geachte Lou toch nog uit zijn graf zou opstaan.

Het geloven in wierdo's is van alle tijden. Zo zijn mensen.

4 opmerkingen:

d/ zei

Ziehier de 4de Wet van PSt.! Heil Pst.!!! Wijs ons de Weg!!!

pst zei

Eerste rechts, tweede links en dan moet ge het daar nog maar eens vragen.

d/ zei

... aldaar vertelde de autochtone bevolking mij dat ik op de trein moest wachten... klopt dat?

pst zei

Als ge veel geduld hebt wel.