zondag 11 november 2007

Leedvermaak


Laten we beginnen met uit eigen werk te citeren. Eerder schreven we: "Dat lees je wel vaker over beroemde gebouwen, dat ze eigenlijk niet geschikt zijn voor de taak waarop ze zijn berekend." Een mooi voorbeeld daarvan staat dit weekeinde (9.11.07) in NRC-Handelsblad:

De Amerikaanse universiteit MIT heeft een rechtszaak aangespannen tegen architect Frank Gehry wegens nalatigheid, aldus de krant The Boston Globe. Gehry ontwierp voor het Massachusetts Institute of Technology een groot complex, het Stata Center, dat van meet af aan met gebreken te kampen heeft.
Het opvallende gebouw op de campus in Cambridge bij Boston, bestaat uit schuine blokken en biedt ruimte aan laboratoria, auditoria, collegezalen, restaurants en een fitnesszaal. Het kostte 300 miljoen dollar en ging in 2004 open. MIT eist een niet openbaar gemaakte schadevergoeding van de architect omdat zijn ontwerp ernstige fouten zou hebben bevat die tot lekkages leidden en daardoor tot scheuren, schimmelvorming en verstoppingen.
MIT zou destijds 15 miljoen honorarium hebben betaald aan het bureau van Gehry uit Los Angeles, aldus de Globe, en gaf daarna nog eens 1,5 miljoen uit aan reparaties. Behalve de architect daagt MIT ook de aannemer, Skanska Construction Company, voor de rechter wegens ontwerp- en constructiefouten.
De krant citeert een woordvoerder van Skanska, die zei dat het bedrijf de architect – tevergeefs – op fouten in zijn ontwerp had gewezen. Volgens de Boston Globe wilde Noch Gehry noch MIT commentaar geven.


Leedvermaak is geen mooie eigenschap, maar in dit geval kunnen we het niet wegsteken. Niet alleen maakt Gehry foeilelijke dingen, ze blijken ook gewoon van slechte technische kwaliteit. Nee: dit is gewoon bedrog.

Deze week een heel mooi en slim boekje over architectuur gelezen: Architettura povera. De kunst van het gewone van Alfredo de Gregorio (Roularta Books, 2007). Binnenkort komen we er ongetwijfeld uitgebreid op terug. Een boek over architectuur zonder één enkel plaatje! Gegeven onze vooroordelen tegen magazine architecture een voltreffer.

3 opmerkingen:

d/ zei

Tja, je kan alleen maar hopen dat het MIT genoegdoening krijgt. Anderzijds zijn het wel gebouwen die erin slagen om de alledaagse grijsheid te doorbreken. De niet-conventionele aanpak om ruimte te benutten zorgt er op het MIT toch voor dat je je buiten het alledaagse waant. Het staat ook in schril contrast tot de "oerdegelijk" en oerconservatieve stijl die je een paar kilometers verderop vindt (in Harvard). Misschien een beetje leedvermaak, maar vooral ook spijt dat het geen gelukt experiment was. En wie stopt met dromen over een andere aanpak, wel die eindigt misschien met nog grotere gedrochten (of ben ik nog te naïef?).

pst zei

Ook waar, natuurlijk. Voor alle duidelijkheid: we zijn geenszins tegen niet-conventionele gebouwen. Op ons lijstje van favoriete gebouwen staan ondermeer het Goetheaneum in Dornach -gebouwd naar de plannen van Rudolf Steiner- en de wonderlijke creaties van Hundertwasser. Daar hebben we het ongetwijfeld nog wel een keer over op deze blog.
Maar twee dingen storen ons aan de Gehry's, Koolhazen en andere Rogersen. Eén: het gegeven dat vaak slecht vakmanschap is (zie artikel NRC). Twee: het feit dat het allemaal uit een fabriek lijkt te komen. Gehry heeft inmiddels zowat overal ter wereld precies hetzelfde gebouw gezet. Dan wordt non-conventionaliteit weer conventioneel, denken we dan: een verkoopstruuc. Zo een beetje als rockers die elk optreden "spontaan" een gitaar kapotslaan. Another day at the job...

d/ zei

Point taken. Veelal blijkt vorm hier en nu, te primeren op functionaliteit. Meestal verouderen die gebouwen niet al te mooi (de materialen lenen er zich niet altijd toe) en zijn ze een pest om in te werken / wonen / toeven. En toegegeven, de Braem-sigaar heeft mij ook wel een afkeer gegeven van Magazine-architecture. Een ander mooi voorbeeld daarvan zijn bijvoorbeeld de nieuwe kinderkribbes van de stad Antwerpen, mooi om zien, maar verschrikkelijk om er te werken, of zelfs als kind te zitten. Maar goed, ik vond de MIT-gebouwen verfrissend na de saaiheid van Harvard (heb zelfs mooie fotokes).