donderdag 15 mei 2008

Muggenvallen voor historici


Het is soms toch wel een stuk gemakkelijker om natuurwetenschapper te zijn. Vandaag lees je in De Standaard dat er op vijfhonderd plaatsen in het land muggenvallen komen te staan, om uit te zoeken of en hoe vaak uitheemse muggen ons land bezoeken. Omdat die muggen ook allerlei vreemde zieken meebrengen, hopen de onderzoekers zo in kaart te brengen hoe later zich eventuele ziektepatronen verspreiden.

Knap werk, natuurlijk. Beschikten ze in de sociale wetenschappen of in de geschiedenis ook maar over het equivalent van dat soort muggenvallen. Dezer dagen wordt druk Mei '68 herdacht. Erg intrigerend is, vinden wij althans, waar en wanneer de tijden precies zijn beginnen te veranderen. Uiteraard gebeurde dat niet in de meimaand in kwestie, uiteraard zelfs niet in het beruchte jaar 1968. Maar wanneer dan wel?

In de jaren vijftig vind je al een bloeiende beat-subcultuur die ongeveer alles aankondigt waar het in de jaren zestig over zal gaan: sex, drugs, muziek waar je ouders een bloedhekel aan hebben en politieke idealen waar je de brave burgers de kast mee opjaagt. Geweldig leuk allemaal. Maar wanneer en op welke manier wordt die subcultuur mainstream? Wat was het omslagpunt waarbij ideeën en voorkeuren die tot dan veeleer marginaal waren, maatschappelijk momentum krijgen en bijvoorbeeld beginnen opduiken in populaire weekbladen, tijdschriften, films en muziek? Hoe werkt dat precies?

Dat soort omslagpunten die een cultuurverandering inluiden heb je natuurlijk wel meer in de geschiedenis. Bijzonder intrigerend is bijvoorbeeld de opkomst en verspreiding van de puriteinse gedachten en praktijken die we vandaag als Victoriaans omschrijven.

In de late achttiende en vroege negentiende eeuw is Groot-Brittannië opmerkelijk libertijns. Mensen nemen het niet zo nauw met de huwelijkstrouw, maar maken daar vooral ook geen punt van. De maatschappelijke status van mannen en vrouwen is ongelijk, maar niet fundamenteel uit balans: vrouwen kunnen bijvoorbeeld een rol spelen in het bedrijfsleven, in de maatschappelijke debatten, in de literatuur. Vrouwen kunnen -zoals historisch correct wordt uitgebeeld in de best wel mooie film over Jane Austen Becoming Jane- zelfs samen met de mannen partijtjes cricket spelen. Er wordt ook zonder veel taboes over sex geschreven en gepraat, er bestaat een vrij levendige en ook wel behoorlijk liederlijke pubcultuur, waar -opmerkelijk- de hogere en lagere maatschappelijke standen elkaar vinden rond activiteiten als boksen, hondengevechten, gokken en -uiteraard- bierdrinken.

En een paar decennia later blijft daar niets van over. Dan heersen preutsheid, ascetisme, geheelonthouding, karaktervorming, de christelijke moraal, soberheid, spaarzaamheid, deugdzaamheid. Met mensen die niet tot je stand behoren heb je niets te maken. Vrouwen worden behandeld als onmondige kinderen en worden geacht thuis te blijven en handwerkjes te maken en kinderen te baren. Bij voorkeur, maar dat lukte denkelijk nooit helemaal, zonder ooit sex te hebben. Hoe komt dat? Hoe veranderde de tijdsgeest zo nadrukkelijk tussen 1789 en 1837, het jaar waarop Victoria -die van het prentje bovenaan- de troon betrad? Wanneer precies werden al die libertijnen moralist? Hoe werkte dat?

Tja, bij ontstentenis van muggenvallen-voor-historici-en-sociologen zullen we dat soort dingen nooit met zekerheid te weten komen.

Jammer.

Geen opmerkingen: