zondag 11 mei 2008

Vleier, elf letters


Dat is een moeilijke, maar wel een hele mooie. In Nederlandse kruiswoordraadsels kom je de omschrijving wel eens tegen: vleier, 11 letters. Het correcte antwoord is dan ogendienaar. Het woordenboek legt uit: kruiper -kruiperig iemand -strooplikker -vleier -slaafse hoveling.

Een raadsel: waarom laten machtige mensen zich zo graag in de luren leggen door ogendienaars? Dat wij, gewone stervelingen en loonslaven, ons al eens stroop aan de baard laten smeren is begrijpelijk. Ons dagelijkse bestaan is weinig glamoureus. Als iemand ons dan plots de mooiste, de slimste, de knapste vindt, dan zijn we uiteraard geflatteerd en bereid met iets meer aandacht naar zo'n ogendienaar te luisteren. Interessante man! Heeft ook mensenkennis!

Om één of andere reden ga je er van uit dat wie hoger staat op de maatschappelijke ladder daar minder gevoelig voor zal zijn. Om hoger op die ladder te geraken heb je, denken wij dan, een iets prozaïscher kijk op de mensheid ontwikkeld. Je hebt je, om daar te geraken, van andere jongens en meisjes moeten onderscheiden. Daar is vermoedelijk enig gemaneuvreer aan te pas gekomen. Je hebt bondgenoten moeten zoeken, je hebt je misschien zelf moeten inlikken bij de baas of je hebt actief campagne moeten voeren tegen anderen die zich evenzeer rijp achtten voor promotie. Je hebt, verwacht je dan, wel door dat wie lager op de ladder staat niet altijd de waarheid spreekt. Hoe was je immers zelf?

De Britse journalist Simon Jenkins beschrijft in Thatcher and Sons treffend hoe opeenvolgend Thatcher en Blair zich door ogendienaars lieten inpakken. De eerste kabinetten Thatcher en Blair waren telkens nogal evenwichtig. Om de eigen partij tevreden te stellen, waakten ze er over dat alle strekkingen waren vertegenwoordigd. Ook de vroegere concurrenten kregen een plaatsje rond de tafel. Er werd tegengesproken. Naarmate de regeertermijn vorderde werd dat steeds minder.

Hoe gaat dat? Het regeerwerk schiet niet op, de beloofde resultaten blijven uit. Sommigen stappen zelf op uit onvrede, anderen blijken onmogelijk om mee samen te werken en zet je zelf opzij. Als opvolger kies je, begrijpelijk, mensen die helemaal achter je project staan. Nu gaat het gebeuren!

Daar begint het mis te lopen. De nieuwe medewerkers blijken ogendienaars. Ze vertellen je precies wat je wil horen. Ze brengen voortdurend geweldig nieuws. Je beleid blijkt aan te slaan. Alle cijfers die ze je tonen lijken dat te bevestigen. Zelf heb je geen tijd om de kranten door te nemen, dus bepalen zij wat je onder ogen krijgt. Opmerkelijk vaak is dat wat je graag leest. Fijne mensen! Geweldige medewerkers!

En zo loop je in je eigen ongeluk. Naarmate je steeds minder zicht krijgt op de realiteit, naarmate je steeds meer gelooft wat de ogendienaars willen dat je gelooft, wordt je ook ambitieuzer. Er zijn geen grenzen meer, alles kan. Je bent, dankzij je trouwe medewerkers, zo van je eigen gelijk overtuigd dat je onvermijdelijk een cruciale fout begaat. Thatcher geloofde oprecht dat de invoering van de Poll Tax een geweldig idee was. Blair was er helemaal van overtuigd dat door het opzijzetten van Saddam het hele Midden-Oosten democratisch zou worden. Alle medewerkers waren het daar immers mee eens.

Naarmate de realiteit weerbarstiger bleek, naarmate de Poll Tax en de oorlog in Irak steeds grotere fiasco's werden, groeide ook de macht van de ogendienaars. Hoe gaat dat? Je ligt altijd onder vuur, altijd weer is er de kritiek. Zo oneerlijk, want je werkt hard, je doet zo je best. Ze willen je gewoon niet begrijpen. Gelukkig is er hier en daar iemand die het, net als jij, doorhebt. Die bevestigt dat je goed bezig bent. Naar zo'n mensen luister je met meer aandacht. Interessante man! Heeft ook mensenkennis!

Op een bepaald moment houdt het op. Dan wordt je opzij geschoven door je eigen partij. Die kan het niet langer aanzien. Omwille van hogere belangen vragen ze je terug te treden. En plots sta je alleen. De ogendienaars hebben in alle stilte hun bureaus al leeggemaakt. Die hebben al iemand anders gevonden om naar de mond te praten.

Fijne mensen! Geweldige medewerkers!

(Op het prentje: de oer-ogendienaar, Uriah Heep, uit Dickens' David Copperfield. Uriah verzekert iedereen de hele tijd dat hij vooral very 'umble is en dat zijn verlangens van geen tel zijn. Hij spreekt zijn gehoor naar de mond, noemt alles en iedereen Master, maar is in passant wel bezig het hele zaakje naar zijn hand te zetten en over te nemen. Vleier, elf letters.)

Geen opmerkingen: