"The world is so big, so complicated, so replete with marvels and surprises that it takes years for most people to begin to notice that it is, also, irretrievably broken. We call this period of research 'childhood.'
There follows a program of renewed inquiry, often involuntary, into the nature and effects of mortality, entropy, heartbreak, violence, failure, cowardice, duplicity, cruelty, and grief; the researcher learns their histories, and their bitter lessons, by heart. Along the way, he or she discovers that the world has been broken for as long as anyone can remember, and struggles to reconcile this fact with the ache of cosmic nostalgia that arises, from time to time, in the researcher’s heart: an intimation of vanished glory, of lost wholeness, a memory of the world unbroken. We call the moment at which this ache first arises 'adolescence.' The feeling haunts people all their lives."En dat zijn nog maar de openingszinnen van een zeer lezenswaardig essay in de New York Review of Books van Michael Chabon over de films van Wes Anderson. Zelfs wie die films maar niets vindt, zelfs wie nog nooit van Anderson heeft gehoord, verneemt interessante dingen over kunst als de manier waarop we greep proberen te krijgen op de wereld. En misschien, voor wie Anderson niet kent of zijn films effectief maar niets vindt, een reden om hem alsnog een kans te geven.
Het prentje: houdt werkelijk geen verband met bovenstaand bericht. "A Comparative View of the Heights of the Principal Mountains in Scotland": gewoon altijd goed om bij te hebben, je eigen vergelijkende map van de hoogte van de belangrijkste Schotse bergen.
2 opmerkingen:
pure poëzie...
(en al Andersons films zijn effectief de moeite waard, al was het maar omdat ze een ongekunstelde eerlijkheid uitstralen)
Een reactie posten